Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer
Hij legde een hand op mijn been. Mijn collega. In bijzijn van de mannelijke gedetineerden
waarmee we op de luchtplaats zaten. Ik haalde zijn hand weg en zei: “Houd je hand eens bij
je.” De mannen moesten lachen. Mijn collega stond met zijn mond vol tanden. Later kwam
mijn collega naar me toe. Laaiend was hij. Ik had hem voor lul gezet, zo vond hij. Dat kon ik
niet maken, daarmee had ik zijn gezag ondermijnd. Op een ijzige manier liet ik hem weten
dat hij mijn gezag ondermijnde én mij daarbij in gevaar had gebracht, met zijn gedrag. Hij
begreep het niet.
Ik heb hem getracht uit te leggen dat het niet oké is om een collega ongevraagd op haar
dijbeen aan te raken. En dat hij door dit wel te doen in deze situatie, mij geen keuze liet. Of
ik had mijn mond gehouden en de gedetineerden het idee gegeven dat het “normaal” is om
mij zomaar aan te raken. Of ik gaf duidelijk mijn grenzen aan zodat ook zij leerden dat dit not
done is. Het kon toch niet zo zijn dat een gedetineerde mij straks ook gewoon aan zou raken
en dat dit dan oké zou zijn?
Mijn collega liep kwaad weg en sprak weken niet meer tegen me. Diezelfde collega die
ook net even te vaak een schuine grap maakte of je iets te lang veelbetekenend aan keek.
Dat voelde niet prettig, maar ja, je had het er maar mee te doen in deze mannenwereld. Het
was nog het makkelijkst om hem te overtroeven met een nog hardere grap. Dan was hij stil.
De grens is soms dun, dat begrijp ik heel goed. En hele harde grenzen zijn ook lastig te
stellen. Het lijkt me wel duidelijk dat er bij aanraking goedkeuring van beiden moet zijn. Als
een van de twee het niet oké vindt, is het ook niet oké. Mijn lichaam is van mij. Ik bepaal.
Altijd. En dat geldt ook voor jou. Jouw lijf. Jij bepaalt wie je aan mag raken.